Wat is aftrekken?

Hoe kan ik aftrekken leren?

Wij zullen je helpen begrijpen wat aftrekken is voor het middelbare schoolvak wiskunde. Aftrekken is een wiskundige bewerking die je kunt toepassen om twee getallen van elkaar af te trekken. Het is een heel simpele bewerking die je in het dagelijks leven vaak toe kunt passen.

Wat is het verschil tussen aftrekken en optellen?

Het verschil tussen aftrekken en optellen is dat je met optellen twee of meer getallen bij elkaar optelt en met aftrekken twee of meer getallen van elkaar af trekt. Bijvoorbeeld, als je 5 en 7 optelt dan kom je op 12 uit, maar als je 5 van 7 af trekt dan kom je op -2 uit.

Hoe kan ik aftrekken toepassen?

Aftrekken kun je op verschillende manieren toepassen. Om te beginnen kun je aftrekken gebruiken om prijzen te berekenen. Als je de prijs van een product weet, kun je de korting die je krijgt aftrekken om de netto prijs te berekenen. Je kunt ook aftrekken gebruiken om de som van een reeks getallen te berekenen. Als je bijvoorbeeld de som van de getallen 8, 5 en 9 wilt weten, kun je het optellen door 8 te tellen, 5 erbij te tellen en dan nog eens 9 erbij te tellen. Of je kunt de som berekenen door 9 van 8 af te trekken en dan 5 van het resultaat af te trekken.

Wat is een makkelijke manier om aftrekken aan te leren?

Een makkelijke manier om aftrekken aan te leren is door het gebruik van plaatjes. Plaatjes kunnen helpen om de bewerking visueel te maken en te begrijpen. Je kunt bijvoorbeeld een plaatje maken van twee bomen, waarvan de ene meer vruchten heeft dan de andere. Als je de vruchten van de ene boom aftrekt van de vruchten van de andere boom, krijg je het aantal vruchten dat over is.

Hoe kun je de bewerking van aftrekken opschrijven?

De bewerking van aftrekken kun je op verschillende manieren opschrijven. De meest gebruikelijke manier is om het tekensymbool (-) te gebruiken. Je schrijft dan het eerste getal, gevolgd door het min-tekensymbool, gevolgd door het tweede getal. Dus als je bijvoorbeeld 7 van 5 wilt aftrekken, schrijf je 7 – 5.

Oefenvragen

1. Bereken 8 – 4
2. Bereken 15 – 9
3. Bereken 12 – 7
4. Bereken 18 – 6
5. Bereken 25 – 11