Getallen kunnen in cijfers of in letters uitgeschreven worden. Omdat er geen vaste regels bestaan voor de notering van getallen, kan het soms lastig zijn om te kiezen welke je het beste kunt gebruiken. Gelukkig bestaan er wel een aantal richtlijnen die je kunt volgen bij het uitschrijven van getallen. Deze staan hieronder weergegeven.
Richtlijnen voor het noteren van getallen in letters
Getallen van nul tot twintig
Deze getallen schrijf je allemaal uit in letters, namelijk één, twaalf en twintig.
Tientallen en honderdtallen
De tientallen tot en met honderd en de honderdtallen tot en met duizend worden ook in woord uitgeschreven, bijvoorbeeld dertig en negentig, maar ook driehonderd en achthonderd.
Duizendtallen tot en met twaalfduizend
De duizendtallen tot en met twaalfduizend worden als woord uitgeschreven. Vanaf 13.000 worden de duizendtallen dus in cijfers uitgedrukt.
Grote getallen
Grote getallen zoals een miljoen, miljard, of biljoen worden als woord genoteerd. Voor andere combinaties kun je de richtlijnen van hierboven hanteren, dus vijf miljoen en negentien miljard. Als bovenstaande richtlijnen niet van toepassing zijn, schrijf je het getal gedeeltelijk in cijfers uit, bijvoorbeeld 21 miljoen en 33 miljard.
Wanneer moet je getallen als cijfers uitschrijven?
Getallen buiten de richtlijnen
Wanneer cijfers niet onder de richtlijnen vallen die hierboven staan omschreven, schrijf je ze uit in cijfers. Dit geldt dus voor alle getallen boven de twintig die tussen de tien, honderd- en duizendtallen vallen en alle getallen boven twaalfduizend. We hebben het hier bijvoorbeeld over 21 en 113, maar ook 899 en 3465.
Exacte waarden
Exacte waarden zoals maten, temperaturen en jaartallen worden in cijfers uitgedrukt, bijvoorbeeld: ‘ik heb schoenmaat 42’ en ‘Het was vandaag 32 graden Celsius.
Gemixte zinnen
Soms komt het voor dat beide notaties in één zin gebruikt moeten worden. In deze gevallen gebruik je alleen de cijfernotering. Het wordt dus niet: ‘Van de 33 klasgenoten waren er drie ziek’, maar ‘Van de 33 klasgenoten waren er 3 ziek’.
Gebruik van punten
De algemene richtlijn is dat er geen punten worden gebruikt bij getallen met vier cijfers, of minder. Daarboven maak je wel gebruik van punten, bijvoorbeeld 6734, 87.000 en 324.040.
Oefenzinnen
Schrijf onderstaande getallen op de juiste manier uit.
1. In het stadion waren welgeteld (30000) mensen aanwezig.
2. In het jaar (1957) werd de Anne Frank Stichting opgericht.
3. Nederland telt ruim (17.400.000) inwoners.