Wat is Past Simple?

Wat is een Past Simple en hoe gebruik je het in Engels?

Bij Engels heb je te maken met tijdvormen, zoals de past simple. Dit is een tijdvorm die je bijvoorbeeld gebruikt voor verleden tijd. In deze tekst helpen wij je om te begrijpen wat de past simple is en hoe je het kunt gebruiken.

Hoe werkt de Past Simple?

De Past Simple is een tijdvorm van het werkwoord die je gebruikt om verleden tijd aan te geven. Het is ook bekend als de voorbij tijd en de verleden tijd. Met de past simple geef je aan dat een bepaalde actie heeft plaatsgevonden in het verleden. Het kent twee vormen: de reguliere past simple en de irreguliere past simple.

Reguliere Past Simple

Met de reguliere past simple gebruik je de tweede persoons enkelvoud en de derde persoons enkelvoud van het werkwoord. Als je bijvoorbeeld ‘read’ als werkwoord gebruikt, wordt het ‘read’ voor de tweede persoons enkelvoud en ‘read’ voor de derde persoons enkelvoud.

Voorbeeld:
Ik read de boek.
Hij read de boek.

Irreguliere Past Simple

Met de irreguliere past simple gebruik je een andere vorm van het werkwoord in vergelijking met de reguliere past simple. Als je bijvoorbeeld ‘go’ als werkwoord gebruikt, wordt het ‘went’ voor de tweede persoons enkelvoud en ‘went’ voor de derde persoons enkelvoud.

Voorbeeld:
Ik went naar de winkel.
Hij went naar de winkel.

Voorbeelden van Past Simple

Voorbeeld 1:
Ik at een appel.
Hij at een appel.

Voorbeeld 2:
Ik ging naar de winkel.
Hij ging naar de winkel.

Voorbeeld 3:
Ik sprak met mijn vriend.
Hij sprak met zijn vriend.

Oefenvragen Past Simple

1. Wat is de verleden tijd van het werkwoord ‘drinken’?
2. Wat is de verleden tijd van het werkwoord ‘zien’?
3. Wat is de verleden tijd van het werkwoord ‘gaan’?
4. Wat is de verleden tijd van het werkwoord ‘kopen’?
5. Wat is de verleden tijd van het werkwoord ‘praten’?